Op TAALSPELER.nlworden zoveel mogelijk taalspelletjes beschreven die makkelijk inzetbaar zijn, waarvoor geen bijzondere materialen nodig zijn, die niet te lang duren, creatief uitdagend zijn, en in de praktijk blijken aan te slaan. De site is bedoeld voor iedereen die van taalspelletjes houdt of ze wil gebruiken, maar vooral voor docenten in het primair-, voortgezet- en NT2-Onderwijs, taalcoaches en ouders.
Taalspelletjes zijn leuk om te doen. Ze dragen ook bij aan de woordenschat, bevorderen taalcreativiteit, kunnen gebruikt worden bij grammatica- en spellingsonderwijs, versterken de saamhorigheid, en nog heel erg veel meer. Ze kunnen ingezet worden als ijsbreker, kennismakingsspel, tijdvuller, energizer, als kern van een les, of als opmaat naar of onderdeel van schrijfopdrachten. Die taalspelletjes zijn overal te vinden, ze komen overal vandaan: uit speelboeken, lesmethoden, taaltijdschriften, taalkunst-uitingen, websites, familietradities, de eigen fantasie en meer. Om ze voor iedereen makkelijk vindbaar en uitvoerbaar te maken, zijn er op TAALSPELER.nlveel spelletjes verzameld en beschreven. Dat scheelt nogal in het zoeken en in het ontwikkelen van eigen materiaal.
TAALSPELER.nlis gemaakt door Aby Hartog. Hij is sinds jaar en dag kinderboekenmaker, schrijver, tekenaar, taalspeler, schoolschrijver, boekpromotor, verhalenverteller, boekverkoper, invaldocent en vader. Alle spelletjes zijn door hem in de praktijk getest en vervolgens beschreven. De toegang en het gebruik van TAALSPELER.nlis gratis.Het kost de gebruiker niets, zelfs geen persoonsgegevens. De website is met een hoop tijd van Aby Hartog en wat sponsorgeld opgebouwd, en hoeft verder niets op te leveren. Het hogere doel van TAALSPELER.nl,het doel van de maker, is het bevorderen van de taalspeelsheid en taalvaardigheid.
Meer informatie over de site en de maker staat op TAALSPELER.nlzelf.
Ergens tussen mijn eigen schooltijd en de schooltijd van kinderen die (in theorie) mijn kleinkinderen hadden kunnen zijn geweest, verschenen het woordweb in het onderwijs. Woorden die min of meer bij hetzelfde thema passen, visueel bij elkaar gezet in subthema’s, verbonden met lijntjes, bedoeld om gedachten te ordenen, woorden te verzamelen, verbanden te zien. Ik gebruik ze wel eens als ik scholen bezoek, om te praten over boekgenres of verhaalopbouw of over zoiets ingewikkelds als de opwarming van de aarde of diefstal.
Het maken van een woordweb is vaak vooral een inhoudelijke bezigheid, terwijl het talige aspect, het zoeken en leren van nieuwe woorden ook leuk is. Maar het kan taalspeelser. Met een klas vol 5e-groepers maakte ik zomervakantieverhalen, maar eerst moesten er woorden verzameld worden in een woordkruis.
Een woordkruis lijkt op een ingevulde kruiswoordpuzzel, of op een scrabble-bord. Iedereen mag om de beurt een woord noemen dat bij een thema past, kort of lang, als het maar past bij het thema en als het maar aangelegd kan worden bij de letters van het eerste of later neergelegde woorden.
Een voorbeeld ter verduidelijking is handig. Het eerste woord is: zomer,het tweede woord is zwemmen en het derde woord is reis.
De kinderen gingen los, we bespraken de inhoud en de spelling, en moesten er (enigszins halfslachtig) voor zorgen dat mijn schotse en scheve bordhandschrift niet tot verboden botsingen zouden leiden.
Later speelde ik het ook een-op-een met een zeventienjarige, wachtend op ons eten in een restaurant, ter voorbereiding van een werelds avontuur, en ook dat was genoeglijk en zinvol. Misschien geeft het spel zelfs ook inzicht in onze angsten, verwachtingen en mogelijkheden. Ik zie ruimte voor gebruik in therapie-sessies, in plaats van een of een ander associatie-instrument.
Als taalspel is het geschikt voor kinderen vanaf een jaar of 8, goed speelbaar voor 2 of meer personen met een minuut of tien tijd, en functioneel in het activeren en vergroten van de woordenschat.
Ballonnen! Daar ben ik dol op. Altijd al geweest, ook. Ik kan uren praten over de geschiedenis en het gebruik van ballonnen. De manier waarop het materiaal dat je ervoor nodig hebt uit de rubberboom wordt getapt, hoe je ervoor zorgt dat rubber houdbaar blijft en niet vervalt tot een kleverige, stinkende blurrie, hoe de eerste speelgoedballon bij toeval is uitgevonden, hoeveel heliumballonnen je vast moet houden voordat je wegvliegt. Het is dan ook niet vreemd dat ik dol ben op een taalspel met taalballonnen. Waar je bij een ballon lucht toevoegt om een blubbertje rubber tot leven te wekken, voeg je bij dit spel woorden aan een zin toe, totdat die zin te vol is voor woorden.
Hoe werkt het? Je begint met een mini-zin van een paar woorden, en gaandeweg voeg je steeds meer woorden toe om de zin te vullen en te verfraaien, totdat het einde zoek is. Ik speelde twee varianten.
In de auto, met mijn dochter en een vriendje, werd het een geheugenspel. We begonnen met “de hond eet” Om de beurt voegden we een paar woorden of zinsdelen toe. Het werd “de lieve hond eet een lekkere vis” en vervolgens “de lieve hond eet een lekkere vis van de kale visboer” om daarna in een paar stappen vervormd te worden tot “de lieve hond eet een lekkere vis en goudgele frietjesdie gebakken zijn door de dikke vrouw van de kale visboer”. We waren nog niet klaar. Aan “de lieve hond eet een lekkere vis en goudgele frietjes die op een achternamiddag gebakken zijn door de dikke vrouw van de kale visboer” wist iemand met gevoel voor topografie nog “in Twello” toe te voegen. Daarna wisten we de zin niet meer goed te reproduceren. Zoals ik het hier opschrijf zal het ook niet meer helemaal kloppen. Het spel bleek een zeer talige variant op “mijn tante gaat op reis en neemt mee”, en het geheugen van deze oude man kan nog goed concurreren met dat van de jeugd.
In een klas (groep 7) speelde ik het ook, dit keer minder gericht op het geheugen (we gebruikten een schoolbord), maar op de vaardigheid met taalelementen. Om de beurt voegden we iets toe, spontaan of op prompt. Bijvoeglijk naamwoorden, bepalingen van tijd en plaats, zelfstandig naamwoorden, nevengeschikte zinsdelen, al naar gelang we er aanleiding toe zagen of zin in hadden. Dezelfde etende hond werd uiteindelijk “de harige, hongerige hond eet een gigantische, bedorven gegrilde worst en drinkt een blikje cola van de snackbar op de hoek, waarna hij halsoverkop naar het ziekenhuis moet om zijn maag leeg te laten pompen, omdat hij anders dood zou gaan van ellende.” Het bord was vol, en dat was een prima reden om te stoppen. We hadden ongetwijfeld veel verder kunnen gaan. Gabriel García Márquez schreef in zijn boek “honderd jaar eenzaamheid” naar ik mij herinner zinnen van vele bladzijden lang, dus er is ruimte voor groei.
Al met al, een leuk taalspel, goed voor de training van het geheugen, kennis over zinsbouw, woordvormen en grammatica, en op zijn best ook een stimulans voor verhalenvertellers. Speelbaar met velen en weinigen, jong en oud.
De scheurkalender van Onze Taal ging 15 juni 2020 over de herkomst van Arabische leenwoorden. Al-gebra, Al-goritme, Al-cohol, ze stammen allemaal uit het Arabisch. “Al” staat voor “van”, of “uit”, zoiets. Veel woorden die met “Al” beginnen, zouden een Arabische herkomst kunnen hebben.
In het kader van de woordenkennis vroeg ik kinderen uit
groepen 5, 6 en 7 alle woorden die ze kenden die met “al” beginnen op te
noemen. Van “alleen” tot “allemaal”, van “alibi” tot “allergie”, van “altijd”
tot “alkoof”. We hadden ruim de tijd om over de betekenis van de woorden te
praten. Ik werd ook uitgedaagd: is “alkoof” wel een echt woord? Het woordenboek
gaf me gelijk.
Of het waar is of niet weet ik niet maar ik vertelde dat
Al-gebra van Al-Gibiera komt, en dat Gibiera (uit te spreken als “zjiebiera”) een
dorpje in Saoud-Arabië is. Abdul Al Gibiera, was een beroemde rekenmeester uit
die verre plek, zo beroemd dat rekenkunst nu naar hem, en naar zijn
geboorteplaats is vernoemd.
En toen kwam de vraag. Probeer een verhaal te verzinnen over de herkomst van die woorden. Eén meester brak het ijs (de geweldige meester Stephan, van Jenaplanschool Atlantis in Amsterdam). Hij vertelde over de oude heks Leggia, die doden tot leven kon wekken met vreemde drankjes, maar ook je vijanden kon laten leiden onder de vreselijkste pijnen, als je ze van een geheime boon zou laten snoepen. Dat soort vreselijke pijnen werden later de pijnen van Leggia genoemd. Al-Leggia, allegia, allergie.
“Alibi” danken we aan Bi. Bi was een praatjesmaker, een
smoesjesverzinner, een schrijver die het beroemde boek van Bi schreef. Als je
een smoes nodig had, en de waarheid niet voldoende was, greep je naar het boek
van Bi, en koos je een van de redenen waarom jij iets niet gedaan kon hebben.
Al-Bi. Alibi.
“Alleen” had weer een andere oorsprong. “Leheni” is het
Arabische woord voor “zien”. Ali was de ziener uit het dorp. Hij kon de
toekomst voorspellen, en vertelde altijd de waarheid. Het probleem was dat
niemand de waarheid wilde horen, en Ali bleef daarom altijd alleen. Ali Leheni,
Ali de ziener, werd Ali de Allene, helemaal alleen.
Was het een leuk spel om te spelen? Ja. Was het moeilijk? Ja. Voor de minder taalvaardigen was het een hele klus. Maar de fantasierijken wisten er wel raad mee. Een leuk spel voor woordkennis, over de wondere wereld van de etymologie (waar ik tussendoor van alles over vertelde) en voor verhaalkunstenaars.
Voor de Schoolschrijver ben ik bezig met het maken van een corona-proof programma op afstand.
Vandaag vraag ik de kinderen of ze een nieuwe ziekte willen verzinnen. Liefst een leuke. En bij een nieuwe ziekte hoort een nieuwe naam. Maar hoe verzin je die? Je kunt willekeurige letters aan elkaar plakken. Of woorden combineren. Maar ik zag ook een spelletje bij mijn collega-Schoolschrijver Fabien van der Ham. Ze heeft een bakje gemaakt met een stapel papiertjes met lettergrepen erop, laat er een stelletje uitkiezen, en krijgt zo nieuwe woorden. Laat ik het de lettergrepenwoordmaker noemen.
Als ik fysiek voor de klas zou staan, zou ik de kinderen zelf lange woorden laten kiezen, die in lettergrepen (laten) hakken, en een methode verzinnen om uit die lettergrepen te kiezen. Voor het programma op afstand kies ik zelf lekker lange woorden, bijvoorbeeld:
let
ter
gre
pen
(Lettergrepen)
pi
lo
ten
pet
(Pilotenpet)
tram
be
stuur
DER
(Trambestuurder)
stoep
te
gel
tjes
(Stoeptegeltjes)
voet
BAL
vel
den
(Voetbalvelden)
ziek
te
KIE
men
(Ziektekiemen)
reu
zen
ko
nijn
(Reuzenkonijn)
WIN
ter
wor
tel
(Winterwortel)
Kies dan uit iedere kolom 1 lettergreep (dan heb je er dus 4), bijvoorbeeld de vier die ik al vet gedrukt en in hoofdletters geschreven heb. Mijn keuze is winbalkieder.
Mijn programma gaat over nieuwe ziektes, dus winbalkieder is
een ziekte waar klachten en oorzaken en medicijnen bij horen. Maar het kan net
zo goed iets heel anders zijn, een spel, een gerecht, een vervoermiddel, dat
kunnen de spelers zelf verzinnen, beschrijven en tekenen.
Naar wijsheid aan te passen en toe te passen, bij groepen 3 en
hoger.
De scholen zijn dicht, zeker tot 6 april 2020, en wat moet je dan doen? Niks? Nada? Niente? Liever niet, toch? Ik heb wat dingen bedacht (en van anderen gebruikt) en op een rijtje gezet.
Wat kan je doen met boeken?
Op mijn website staan heel veel filmpjes over wat je kan doen met boeken (kijk maar hier). Je kunt boeken gebruiken om mee te jongleren, of om je billen mee schoon te maken. Kijk maar eens hier en hier. Maar natuurlijk kan je er nog veel meer mee doen. Misschien zijn de blaadjes in boeken wel goed om als zakdoekjes te gebruiken. Of als gezichtsmasker. Dus: gebruik een fotocamera, of telefoon, of zoets, en maak je eigen filmpje over wat je kunt doen met boeken. Lukt je dat niet, heb je die spullen niet, kan je ze niet lenen, maak dan een gave strip of een kort verhaal. Wat kan je doen met boeken!?!?!
Liedjes (en gedichten) maken met corona
Er zijn maar héél weinig echte woorden die goed rijmen op corona. “Persona”, dat wel, maar wanneer gebruik je dat woord nu? Er zijn wel veel meisjesnamen die erop rijmen (Mona, Fiona, Ramona, …) en stedennamen (Verona, Barcelona, en nog zo wat). Zou het je toch een leuk rijmend gedicht kunnen maken? Of een liedje op de melodie van “My Sharona” (https://www.youtube.com/watch?v=bbr60I0u2Ng). Op virus valt trouwens ook niet veel te rijmen. Papyrus, dat rijmt. Maar wat nog meer? Dan kom je verder met verkouden. Ik zal altijd van je houden, ook al ben je snipverkouden. Kom maar op, maak een rijm!
Spelen met corona
Wat je ook op deze site kunt vinden, zijn heel veel taalspelletjes (kijk maar hier). Je hebt er niet veel voor nodig om ze te spelen, vaak heb je aan een pen en een papiertje genoeg, en soms is dat zelfs niet nodig. Wil je wat voorbeelden van spelletjes?
Coronavirus is een moeilijk
woord. Wat zijn de twee moeilijkste woorden die je kent? Kan je een hele zin
maken met die woorden? Kan je je huisgenoten uitdagen dat ook te doen?
Coronavirus is een woord met 11 letters. Om de een of andere reden vinden mensen dat leuk (maar wat is er nu leuk aan een kaakchirurg of een kettinghond?). Er zijn websites (zoals deze) waar je andere woorden met 11 letters kunt vinden. Zoek ze eens op. En probeer een verhaal te maken met zoveel mogelijk woorden van 11 letters.
Coronavirus is zelf al best een lang woord. Maar je kunt dat woord gebruiken om nog langere woorden te maken. Zo kan je bijvoorbeeld een coronavirusdeskundige zijn.Of een coronavirusbestrijder. Of een coronavirusbestrijdershulpje. In het Nederlands mag je woorden die met elkaar te maken hebben gewoon achter elkaar plakken (treinmachinistenpetantiwegwaaikaakbandje is een fijn voorbeeld). Kan jij vreemde lange woorden maken, die toch gewoon kloppen?
Nou, zoek maar even op de site. Er zijn 38 of 39 spelletjes. Misschien
straks wel 40. Daar zit vast iets tussen dat je leuk vindt.
Brieven en dagboeken
Heb je geen zin (meer) in filmen, rijmen, muziek maken en taalspelen? Wat dacht je dan van schrijven? Een brief aan oma? Aan je klasgenoten? Aan je moeder? En dan om een brief terug vragen, zodat je weer wat te lezen hebt. Of wil je een dagboek schrijven? Sommige dagboeken zijn prachtig, geweldig, heerlijk of gruwelijk. Van de dagboeken van een muts, tot het dagboek van Anne Frank. Er zijn voorbeelden zat. Misschien hebben je (groot-)ouders zelfs wel dagboeken geschreven, en kan je daar eens naar op zoek.
Luisteren en kijken
Klaar met schrijven? Zin om te luisteren en te kijken? Op mijn eigen site heb ik wat verhaaltjes omgebouwd naar tekenfilmpjes, en voorgelezen. Kijk maar eens hier of hier of hier. Verder kan je ook via de bibliotheek naar luisterboeken luisteren. Je kunt ook luisterboeken kopen.
Lezen
En wat kan je nog meer doen met boeken? Je kunt ze lezen. Stapels boeken liggen er op je te wachten. In de boekwinkel, bij de buren, in je slaapkamer. Je kunt boeken van mij lezen (zoals mijn allernieuwste: “de problemen van Boris & Berber”) of al die anderen (kijk maar hier). Ze zijn bij de (kinder-)boekwinkel te koop (ook via de internetpagina van boekhandels). Boris & Berber kan je gesigneerd en wel via de uitgever bestellen. En dan zijn er nog heel veel boeken van collega schrijvers, die ook heel goed zijn.
Leesinspiratie
Met deze link kom je bij een youtube kanaal waarop je heel veel boektrailers kunt vinden. Misschien zit er wat leuks voor je tussen. Als je geïnspireerd raakt, kan je misschien ook zelf boektrailers gaan maken. Misschien zelfs wel van een boek van mij (dat zou ik leuk vinden).
Nog meer?
Mijn collega-schoolschrijvers bedenken ook allerlei dingen om te doen. Kijk maar eens hier kijken, bij Marc ter Horst. Of hier, bij Simone Arts.
Is het wel een spel? Of is het een schrijfoefening? Een
taalspelerige schrijfoefening, dan?
Een schrijvende/docerende collega van me is vaak bezig met het “empoweren” van kinderen (niet mijn woordkeuze), met het “kinderen in hun kracht zetten” (ook niet mijn woordkeuze). Inhoudelijk is daar niets mis mee. Maar kan het speels? En niet te opgeblazen? Ja. Ik vroeg de kinderen van groep 5, 6, 7 en 8 persoonlijke slogans te maken. Presenteer jezelf in een of twee zinnen. Kort, bondig, al dan niet op rijm. Laat zien waar je goed in bent, waar anderen je aan kunnen herkennen. En ik gaf voorbeelden.
“Goed, beter, Peter”
“Aby: verwoorden, vertekenen, verbeelden”
“Als je het echt zeker wilt weten, dan haal je mij
erbij”
Was het makkelijk? Mwa. Was het leuk? Ja. Was het leerzaam? Zeker.
Een greep uit de resultaten?
“Yasmin die goed acteert, iedereen die dat
accepteert”
“Ik ben goed in moppen, en kan goed keet
schoppen”
“Ik zing, ik spring, spelen is mijn ding”
“Tuana maakt alles leuk met haar lach”
“Ik weet wat ik wil, ik ga het worden.”
“Ik ben moedig en Marokkaans-bloedig”
“Ik kan je pijn doen maar ik maak je liever
beter” (Sara zit op Kickboksen, en wil later dokter worden)
“Ayman de verdediger: ze komen er niet langs!”
“Je hoort me niet maar je ziet me wel”
“Ik zorg voor de sfeer, dus kom maar weer”
“Dieren zijn niet saai voor mij, zelfs slakken
niet”
Het derde taalspel dat ik beschreef, ging over het maken van combinatiewoorden. Kies twee willekeurige woorden, plak ze aan elkaar en tadaa: je hebt een nieuw Nederlands woord. Maar wat betekent dat woord? Wat is een vissen-circus? Wat is een pizza-bloem? Hoe ziet het eruit? Mijn meer dan zeer gewaardeerde collega Marie-Louise Sekrève ging met het spel aan de haal. Ze is netter dan ik, en maakte een stapel geplastificeerde woordkaartjes. Bij haar mag je er twee uitkiezen, en antwoord geven op de volgende vraag: Wat heeft het ene woord met het andere woord te maken?
taalspel: vis eet friet
Stel nu dat je
de woorden “vis” en “patat” hebt. Dan zou het kunnen dat de vis in zee zwemt,
dat uit dat zeewater zout gewonnen wordt, en dat zout gebuikt wordt om de patat
mee op smaak te brengen.
Het kan ook zo maar zo zijn dat er een ernstig probleem is met de Scheveningse
vissenpopulatie. Alle vissen worden te dik, omdat ze de door mensen weggegooide
frietjes (met mayo) opeten.
En dan heb je ook nog zakelijkere relaties, zoals de onvermijdelijke (maar
overheerlijke) fish&chips.
Het zoeken naar de relatie tussen woorden test de parate kennis (in het specifieke voorbeeld over de samenstelling van menu’s), maar stimuleert ook de fantasie van de deelnemers. Ik ga het ook spelen. Zonder de nette kaartjes, maar met heel veel ter plekke te bedenken woorden, en met heel veel plezier.
Ik las “De geschiedenis van Jane Doe” van Michael Bellanger, een vrij heftige en ellendig verlopende maar ook grappige 15+ liefdesgeschiedenis over twee nerds en een getroebleerd meisje. Om meer dan één reden is het boek de moeite waard.
Hier gaat het mij alleen om het taalspel dat erin gespeeld wordt, en waarvan ik weet dat ik én andere schrijvers en tekenaars het ook op de een of andere manier toepassen. Het gaat over het combineren van mensen en situaties.
Denk aan
– Batman met een suikerspin in zijn handen, op de rug van een my-little-pony
– Je moeder op een tandem, met een hongerige grizzlybeer achterop
– Een giraffe met hoogtevrees (*)
– Mijn zus die aan een vlieger hangt, die wordt voortgetrokken door een kameel.
In het boek helpt de nerd het wat zwaarmoedige meisje met deze beelden aan een glimlach. Bij mij en mijn dochter werkt het ook.
Ik daagde kinderen uit groepen 3, 4 en 5 van een school in Amsterdam Noord uit zelf ook wonderlijke combinaties te maken. Vaak ging het over vliegende dieren en mensen, soms over sprekende bomen. En vaak ook over situaties die zo tot een boek zouden kunnen leiden, of al een boek of een verhaal zijn.
– Een schaap dat in een raket naar de maan vliegt (*)
– Een man die op een vliegend paard ’s nachts van de ene naar de ander stad gaat (*)
– Een meisje dat zo sterk is als een paard (*)
– Een meisje dat haar gezicht kwijt is (*).
Ik deed de oefening ook met ouders. Die hadden er iets meer moeite mee, maar kwamen uiteindelijk ook los, vooral toen één van hun kinderen ze op gang hielp.
– Een boek dat kan praten
– Een boek dat waarvan het verhaal ontstaat terwijl je het leest (*).
De komende weken ga ik de kinderen iedere keer naar bijzondere combinaties vragen. Misschien levert het inspiratie op voor mijn volgende boek. Of dat van hun.
De verhalen met (*) bestaan al.
Ben je benieuwd naar andere woordspelletjes? Kijk dan eens hier.
Het lijkt erop dat je vrijwel oneindig veel dingen kunt doen met boeken. Zoals raamstapelen. Het lijkt een woord uit een spel dat ik hier uitleg. In dit vlogje laat ik zien hoe raamstapelen eruit ziet, en hoe zinvol het kan zijn.
Als je geïnteresseerd bent in een andere decoratieve toepassing voor boeken, kijk dan hier.
Ik vind het een geweldige bijkomstigheid, dat ik door het lezen van het bomvolle YA-boek “Jona” van Anna van Praag… t.co/pieg3SX2KCTime ago 6 Hoursvia Twitter for iPhone
2/2 maar te gemakkelijk aanneemt dat overheden en andere instituties de klimaatcrisis kunnen en willen beteugelen,… t.co/4V9g04rl5RTime ago 8 Hoursvia Twitter for iPhone
1/2 Ik vind dat Maxim Februari zich in “doe zelf normaal” terecht en enthousiast uitspreekt voor de rol van democra… t.co/Ad4U4zPxGzTime ago 8 Hoursvia Twitter for iPhone