Woordspellerig (8): Letter-estafette

Woordspellerig (8): Letter-estafette

  • On 02/06/2014
  • Illustratie, Spelletjes, Taalspel, Woordspel

letterestafette beeldToen ik als kind met mijn ouders in de auto zat en begon te klagen dat ik me verveelde, wilde mijn moeder altijd wel een spelletje met me doen. Meestal begonnen we met “Ik-zie-ik-zie-wat-jij-niet-ziet”. En daarna stapten we over op het opsommen van dieren. Maar niet zomaar van dieren. Nee. De laatste letter van het eerste dier moest gebruikt worden als eerste letter van het tweede dier. En de laatste letter van het tweede dier moest gebruikt worden als eerste letter van het volgende dier. En maar door en maar verder. Een voorbeeld? Baviaan. Nijlpaard. Duif.
Ik heb geen idee of mijn moeder dat spel een naam gaf. Maar ik noem het letterestafette. De laatste letter van het eerste woord geeft het estafettestokje over aan de eerste letter van het volgende woord.

Letterestafette kan ook heel goed gespeeld worden met mensen die niet van dieren houden, maar wel van topografie. Steden, dorpen, landen, rivieren beginnen en eindigen ook met een letter (en die enkele keer dat een berg op een cijfer eindigt, zoals de K2, is er wel een twee-landenpunt of een tweede jan steenstraat die het stokje over kan nemen). En namenestafette (desnoods: Bekende Nederlanders-estafette) lijkt me ook goed te doen. Of scheldwoordenestafette (dufneus, slijmdruiper, ransworst).

Letterestafette hoeft zich niet te beperken tot enkele woorden. Op de basisschool waar ik regelmatig mag optreden gaf ik kinderen de opdracht zinnen te maken met het principe van de letterestafette. De meeste bijdragen waren driewoordszinnen als: “Mark koopt taartjes”. Maar met de volgende zin is ook weinig mis: “Elias’ snelste ezel leert telkens sneller rennen”.

0 Comments

Leave Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *